Nee is nee (3)

 In het aardedonker strompelen we tegen twee uur 's nachts door het gras terug naar de ingang van het natuurgebied. Distels prikken in mijn blote benen. Ik verzwik mijn enkel op de veranderende ondergrond die ik niet kan zien. Hij loopt een paar meter verderop met de flashlight van zijn telefoon aan waardoor ik een referentiepunt heb.  We vinden mijn fiets terug en half lopend en half fietsend verlaten we de dijk. We slaan af naar rechts, alles is zo donker en even weet ik niet meer waar we zijn. Hij ook niet. Er staat een enkel huis, maar de wereld slaapt. "Hé, daar is dat leuke hekje dat ik op de heenweg ook zag!"wijs ik. We gaan de goede kant op. We lopen vooral, hij met mijn fiets aan zijn hand en de grote zware rugtas in de fietskrat en alcohol in zijn bloed. Ik ben doodop maar blij dat ik op weg naar huis ben en er straatverlichting is. Mijn kleren zijn nog steeds doorweekt en ik heb het ijskoud. 

Aangekomen bij mijn huis blaft de hond van de buren. Hij blaft terug. "O nee", denk ik "als de buren dat maar niet horen." We zetten de fiets in de schuur en gaan mijn huis binnen.

Hij gaat op de bank zitten en ik vraag of hij nog iets te eten of te drinken wil. Een glaasje water. Ik heb zelf ook wel dorst, dus ik zet twee glazen water op de salontafel neer en ga ook op de bank zitten. Hij heeft zichzelf intussen nog een rosé ingeschonken, zie ik. Dan gaat hij plotseling liggen en trekt mij met zich mee. Ik probeer weer overeind te komen, maar dat laat hij niet toe. Hij is sterk. Hij probeert me weer te zoenen. Met zijn linkerarm houdt hij me tegen zich aan en zijn rechterhand streelt mijn blote onderbenen, en gaat steeds verder omhoog. En verdwijnt onder mijn rok.

"Niet doen!" zeg ik terwijl ik zijn hand steeds wegduw.

"Is toch fijn zo?" fluistert hij in mijn oor. 

Dit is niet goed. Gedachten schieten door mijn hoofd, Wat moet ik doen? Ik probeer me nog steeds uit zijn greep te wurmen maar het lukt niet. In de worsteling valt zijn glas rosé op mijn vloerkleed. 

Tegenover me zie ik ons liggen in de weerkaatsing van het televisiescherm, alsof we een stel zijn dat het heel gezellig heeft en lepeltje-lepeltje op de bank ligt. 

Met zijn linkerhand, die onder mijn nek door mijn lijf tegen het zijne aandrukt, probeert hij onder mijn beha te komen, terwijl het hem met zijn rechterhand inmiddels gelukt is mij meerdere keren tussen mijn benen aan te raken. Ik gruwel. Twee handen probeer ik weg te houden. Alles gaat zo snel. Ik probeer na te denken wat ik moet doen. Schreeuwen om hulp? In gedachten zie ik de politie in de straat staan en hoe ik daarmee alle buren heb wakker gemaakt. Nee, dat kan niet. En misschien hoort ook niemand me. 

Moet ik kwaad op hem worden en tegen hem schreeuwen dat hij nu van me af moet blijven en op moet donderen? Ik durf niet. Wat is zijn reactie als ik dat doe? Misschien maak ik het daar alleen maar erger mee. Mijn telefoon is uit dus ik kan niemand bereiken. Ik denk aan mijn vriend die thuis ligt te slapen, in de veronderstelling dat alles goed is. Ik voel me schuldig. Dat andere handen dan de zijne mij overal betasten. 

Het lukt me op te staan, maar hij probeert me meteen weer terug te trekken aan mijn rok. Mijn rok heeft voorop een rij drukknoopjes die nu allemaal los springen en mijn rok daardoor van mijn lijf valt en ik in mijn bikinibroekje sta. Ook dat nog. "Hou nou op!" Hij vindt het echter een grappig spelletje . Elke keer als ik al die knoopjes weer dicht heb en mijn rok weer aan heb, trekt hij ze in één beweging weer los en sta ik wederom bijna naakt voor hem. Dit gaat een keer of vier zo door. "Ach, laat ook maar dan", zeg ik meer tegen mezelf dan tegen hem, en ik hang de natte jeansrok te drogen. Beschaamd dat ik hier voor hem in mijn bikinibroekje rondloop. Nu ik los ben uit zijn greep, pak ik de gelegenheid aan om boven het beddengoed te gaan pakken, voor op de bank waar hij gaat slapen. Ik breng het naar beneden en ga direct terug naar boven met de melding dat ik even ga douchen en ga slapen. Welterusten. 

Als ik in mijn slaapkamer ben, ploft hij opeens op mijn bed neer. "Kan ik niet gewoon hier slapen? vraagt hij zeurend. 

"Nee."

"Doe niet zo flauw", terwijl hij verschillende spulletjes in de kamer inspecteert. 

"Nee, er is maar één persoon die hier ook mag slapen en dat is mijn vriend. Je mag op de bank slapen."

Gelukkig staat hij op en gaat naar beneden. Ik schiet de douche onder om al het zand en het vieze gevoel van me af te wassen. Ik kan niet wachten om in mijn bed te liggen. Alleen. Als ik een paar minuten later de douche uitdraai, hoor ik zijn stem vanachter de badkamerdeur. Hij roept me. Bang voor wat er nu gaat komen, doe ik de deur open met mijn badjas aan.

"Hé, ik ga toch maar naar huis."

"Je was toch te dronken?"

"Het gaat nu wel weer."

"Oké,"

Hij omhelst me als afscheid. "Als jouw vriend er niet was hè, zouden we dan...?"

Ik speel dit spelletje mee, blij dat hij nu weggaat. Ik ga niets verstoren. Ik geef geen antwoord. 

"Doei"

"Doei"

Hij loopt de trap af, ik hoor de voordeur open en dicht gaan, ik hoor zijn motor starten en vervolgens wegrijden. Het geluid sterft weg. Tranen schieten in mijn ogen. Godzijdank, denk ik. Ik leg meteen mijn telefoon aan de lader in de hoop dat die nog werkt. Een paar minuten later verschijnt het Apple logo. Het blijkt inmiddels 4:15. Ik zie dat mijn vriend nog had geappt dat hij ging slapen en me een kusje gaf, vlak voor ik in de rivier belandde. Het eerste dat ik doe is een kusje terugsturen. Daarna een bericht dat ik nooit met M. had moeten afspreken, dat hij me bleef aanraken, dat het vreselijke uren waren geweest, dat hij nu net weg is, en dat mijn telefoon uit was. 

"Are you safe now? verschijnt er op mijn scherm. 

"Safe. But not okay."


Reacties

Populaire posts van deze blog

Het laatste maanlicht

Nooit meer thuis

Amsterdam nights (1)