Nooit meer thuis

Mijn bevriende taxichauffeur uit Amsterdam zal proberen mijn rit naar huis te krijgen, appt hij tijdens mijn laatste uren in de hoofdstad. Het zou leuk zijn om weer eens bij te kletsen.

Als ik later de koplampen van de taxi zie oplichten aan de gracht, weet ik dat het niet gelukt is. Maar gelukkig is deze chauffeur ook Turks en zodoende kunnen we wat afbabbelen gedurende de rit naar het zuiden. Na wat koetjes en kalfjes belanden we op serieuzer gebied: we praten over hoe het is om tussen twee werelden te moeten leven. Ik mag zelf dan wel niet vanuit een ander land hierheen geëmigreerd zijn, het voelt vaak wel als zodanig en de verschillen tussen hier en daar worden stelselmatig ernstig onderschat. Hij vertelt dat zijn vrouw graag terug wil naar Turkije, maar hijzelf niet. Zij mist het land waar ze is geboren, maar ze hebben hier hun leven opgebouwd, kinderen en kleinkinderen gekregen. En om die reden wil hij blijven. Een kleine worsteling binnen een huwelijk. 

Wat heeft de overhand, heimwee of het nieuwe wortelstelsel dat met het jaar dieper is gegroeid? We missen waar we vandaan komen, en we weten dat we ook van alles zullen missen als we teruggaan. Er is geen keuze, er zal altijd heimwee zijn. We zijn thuisloze zielen geworden. De impact van weggaan van de plek waar we het levenslicht zagen, hebben we misschien onderschat. Wij zullen nooit meer echt ergens horen. Dat we die gebondenheid verbroken hebben, zorgt ook voor vrijheid, we zijn niet meer thuis, dus kunnen we overal thuis zijn. We begrijpen elkaars immer aanhoudende innerlijke strijd, de chauffeur en ik.

"Iyi aksamlar", zegt hij als hij me afzet bij mijn huis. "Iyi aksamlar", zeg ik terug, en ik loop mijn slingerende tuinpad op, open de deur, en daar staan drie katten en een springende hond op me te wachten. Waar zij zijn, is mijn thuis. 




Reacties

Populaire posts van deze blog

Het laatste maanlicht

Amsterdam nights (1)