Middenin
Elk jaar, sinds ik hier woon, en de lente losbarst, mist er een significant persoon die er nog wel had moeten zijn. Werden er geliefden uit mijn leven gerukt door de dood, steeds vlak voor die lente begon. Dan keek ik uit het raam de tuin in waar de lente ontsproot, en mijn ogen gevuld met tranen en mijn lijf vol woede. Hoe durft alles te gaan bloeien? Hoe durft alles verder te gaan? Er is geen symboliek zo overduidelijk als de wereld die door draait ondanks alles wat zich in je leven afspeelt, dan het voorjaar. Het wrijft het er zo lekker in. Al dat nieuwe leven. Die lange lichte dagen. Uiteindelijk, na wat onwil, ga ik dan toch weer naar buiten, verdrietig en pissig en alles. Aan de slag. Want ik kan ook niet aanzien dat alles verpaupert. De tuin heeft mijn zorg nodig. En met elk onkruid dat ik uit de grond trek, met elke knip van de planten die ik snoei, wordt mijn frustratie minder, opent mijn hart zich en durf ik de schoonheid weer te zien. Dit jaar is er voor het eerst niemand dood, maar er mist wel iemand die er had moeten zijn. Een ander soort rouwverwerking waar ik nog geen ervaring mee heb. Bijkomstig de onzekerheid waar ik voor tuinier, voor mezelf of voor een eventuele volgende bewoner? Wat ik nu zaai, kan ik daar zelf nog wel van genieten? Ben ik hier nog wel tegen die tijd? Het demotiveert. Ik koop nauwelijks nog tuinplanten waar ik voorheen een gat voor in mijn hand had. Ik koop wel een kamerplant. Ik zaai zoveel mogelijk in potten in plaats van in de volle grond, zodat het eventueel mee kan. En heel toepasselijk blijft het maar regenen alsof er nooit een einde aan komt. Alsof het universum me dwingt binnen te blijven. "Laat maar, het hoeft niet meer", lijkt het te zeggen. De onzekerheid over mijn toekomstige lot lijkt te duren zolang het regent. Het sloopt me.
"Hier gaat alles goed, alleen niet zoals het moet" - Hannelore Bedert
Reacties
Een reactie posten